Nasi goreng is een indonesisch gerecht bestaande uit gebakken rijst, tevens ook de letterlijke vertaling van nasi goreng. De rijst wordt meestal gekookt met ketjap en bevat vaak ingrediënten als vlees en gebakken ei. Meestal worden overgebleven resten van de vorige dag er in verwerkt. Variaties op dit gerecht bestaan door heel Zuid-Oost Azië. In Nederland is het natuurlijk door de invloeden uit het voormalige Nederlands-Indië en de Chinees-Indonesische restaurants erg populair geworden.
Onderstaand recept komt van mijn gewaardeerde collega, “Plytz”, die eerder verantwoordelijk was voor toppers als de sardientjes in tomatensaus, sambal tumis broccoli en babi smoor. Plytz wordt op deze manier hofleverancier van Indische recepten aan Lekker Hapje.
Ingrediënten
2 personen
- 200 gram rijst
- 2 teentjes knoflook
- 1,5 ui
- 1 rookworst
- 3 eitjes
- 4 eetlepels ketjap manis
- 1 eetlepel sambal
- kroepoek
- gebakken uitjes
Bereidingswijze
Dit gerecht vereist enige bekwaamheid in keuken-multitasking. De kok wordt geacht om met verschillende dingen tegelijk bezig te zijn, zonder een bende van de keuken te maken. Laten we van start gaan.
Kook de rijst in ruim water in een pan. Plytz meent dat je rijst droog moet koken, maar dat kan tot grote ellende leiden als je je aandacht er niet bij houdt. Gebruik daarom ruim water, om een zwarte laag aan de bodem van de pan gekoekte rijst te voorkomen.
Terwijl de rijst aan het koken is (hier begint het multitasken) snipper je de ui en knijp je de knoflook fijn in de knoflookpers. Verhit een klein beetje olie in een wok en bak hier in de ui en knoflook. Zorg er voor dat ze lichtjes bruin worden, dus iets meer dan fruiten, maar pas op dat ze niet verbranden.
Snijd nu de rookworst in schijfjes van ongeveer 1 centimeter breed. Snijd de schijfjes weer in twee of vier stukken, zodat je hapklare brokken hebt.
De rijst zal nu ongeveer klaar zijn. Giet de rijst af en leg even opzij. Als je zo dapper bent geweest om de rijst droog te koken, haal je nu de pan van het vuur.
Voeg de worst toe aan de ui en knoflook en roerbak alles tot de worst warm geworden is. Voeg op dat moment de rijst toe in de wok. Bak het geheel op groot vuur terwijl je met je linker hand roert. Ondertussen bak je in een aparte braadpan de twee eitjes tot roereieren met je rechterhand (meer multitasken dus).
Zodra de roereieren klaar zijn, voeg je ze toe aan de rijst. Giet de ketjap manis er bij. Plytz meent dat indien mogelijk dit Kaki Tiga (waar zijn oma bij zweerde) moet zijn. Voeg ook de sambal toe. Blijf dit nog roerbakken.
Strooi bij het opscheppen van de nasi wat gebakken uitjes er over heen en serveer er zilveruitjes, kleine augurkjes en kroepoek bij.
Zegt Alberto:
“De kok wordt geacht om met verschillende dingen tegelijk bezig te zijn, zonder een bende van de keuken te maken. ”
Eigenlijk maken we wel een bende :-) van de keuken alhier in Maleisie of Indonesie, maar…
de keuken is dan een “wet kitchen”: zijnde een openlucht keuken met grote vlam, waar spatten en geuren naar alle kanten kunnen vliegen. Dit houd de geur uit het huis en ook de opkuis achteraf…
Begrijp ik dat je dit uit Maleisie schrijft? Lijkt het recept een beetje op iets wat ze daar ook klaar zouden kunnen maken?
Pingback: High Tea Recepten | Baziliaanse gerechten | Koffie recept
Pingback: Nasi Goreng